Les 8: hun hen zij hullie zullie

Don Quichot trekt ten strijde!

Veel mensen halen het door elkaar: hun en hen. Om nog maar te zwijgen van zij en hun. Hoe vaak hoor je niet: ‘En dan doen hun even de boodschappen.’ of ‘Hun zijn nooit goed op de hoogte.’

Wat??? Het doet echt pijn aan mijn oren. In geschreven teksten zie ik het minder vaak fout gaan, maar in de gesproken taal is het aan de orde van de dag. Ook bij slimme mensen. Daarom, lieve lezers, bij dezen mijn uitleg.

Zij

Als het gaat om de mensen die iets doen, dan is het gewoon ‘zij’. Dus: ‘Zij gaan naar het voetbalveld’. Dat heet het ‘onderwerp’; het woord dat bepaalt hoe je het werkwoord moet vervoegen. En dat vervoegde werkwoord heet dan de ‘persoonsvorm’. Vraag je je af of je ‘zij’ of ‘hun’ moet gebruiken? Vervang het dan door ‘ik’, bijvoorbeeld. Dan verandert overigens de persoonsvorm mee: ‘Ik doe de boodschappen.’ Als je het kunt vervangen door ‘ik’, dan is het het onderwerp en moet je dus ‘zij’ gebruiken. En absoluut geen hun! Hoe vaak dat ook gebeurt!

Hun

Hun is het ‘meewerkend voorwerp’. Het is om te huilen, zulke terminologie. Zelf onthoud ik het doordat je ‘hun’ kunt vervangen door ‘aan hen’. Het is dus niet: ‘ik heb hun geslagen,’ want je kunt niet zeggen ‘ik heb aan hen geslagen’. Maar wel: ‘ik heb hun een mep verkocht,’ want het is ook ‘ik heb aan hen een mep verkocht.’
Trouwens, je ziet ‘hun’ ook als – niet schrikken – ‘bezittelijk voornaamwoord’, maar dat gaat vanzelf goed: ‘Hun nieuwe huis is erg mooi.’ Of ‘Gisteren is hun auto gestolen.’

Hen

Hen is het ‘lijdend voorwerp’. Hahaha, daar heb je natuurlijk niks aan, als ik dat zo zeg. Dus zeg ik het anders. Je zegt bijvoorbeeld: ‘Ik heb hen weggestuurd.’ Daar staat dus geen ‘aan’ bij. Dat kan ook niet. Het is hetzelfde als ‘ik heb hem weggestuurd’. Je gebruikt dus ‘hen’ als zij iets ondergaan. Dus ook: ‘Er staken kikkers over. Jan heeft hen platgereden.’ Nu snap je wel waarom dit lijdend voorwerp heet, of niet?

Naamvallen

Misschien is het je opgevallen, dat het alles te maken heeft met naamvallen. Ook het Nederlands kent immers nog steeds naamvallen, al doen we liever of dat niet zo is. Het woord ‘zij’ gebruik je in de eerste naamval. Het woord ‘hun’ in de derde naamval en ‘hen’ in de vierde. De tweede naamval komt in dit verhaal niet voor en dat is maar goed ook. Volgens mij is het zo al ingewikkeld genoeg.

Over woorden als hullie en zullie ga ik het niet eens hebben. Sjonge jonge zeg, die woorden bestáán niet eens officieel.

Van Annelies Kaan kreeg ik het volgende stripje gemaild. Het is niet helemaal scherp en niet helemaal correct, maar wel erg leuk!

5 reacties op “Les 8: hun hen zij hullie zullie”

  1. pauline schreef:

    Wanda; het is auto en bijvoorbeeld, niet oowtoow en buvvobbult.
    Zullie en hullie bestaan wel degelijk en hebben een functie.
    Je verzuimt een onderscheid te maken tussen mensen, dieren en dingen. Hetzelfde geldt voor spreek- en schrijftaal. Bovendien is hun altijd goed als het lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp is. Die ‘hen’flauwekul is eeuwen geleden verzonnen, net zoals het verschil tussen hum en hem. Alleen hum heeft het niet gehaald, nu nog hen afschaffen.

  2. mike schreef:

    Heel erg bedankt, ik had hier altijd erg veel moeite mee ! Ook leuk dat stripverhaaltje erbij :p

  3. Luuk schreef:

    Oh, ik kwam hier speciaal om te lezen hoe ik hullie en zullie moet gebruiken, maar toch interessant om even te herhalen.

  4. Sean schreef:

    bedankt ik heb nu een 8 voor mijn toets gehaald!

  5. Adrian Lindeman schreef:

    Zoals jullie is ontstaan uit “je-lieden”,
    zou ook zullie (uit ze-lieden) m.i. een plaats mogen krijgen in het Algemeen Beschaafd.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *